Het leek een hele gewone zondagochtend. Ik was vrij en met Janneke zou ik naar de kerk. Niet naar “onze” mooie roze kerk in Oarba, maar Valea Izvoarelor. Dat is een dorpje op een klein half uur rijden. We gingen daar naar toe omdat een zeer innemende jongen uit het dorp daar nu voorzanger was. Eerder woonde hij in Oarba en bij zijn verhuizing hadden we hem beloofd bij hem in de kerk op bezoek te komen. Dat vond hij mooi, hij glom ervan.
We waren beide nog nooit in Valea Izvoarelor geweest. Maar volgens Ad was de kerk al van verre te zien. De zon scheen, het leven was ons goed gezind. Toen we echter het dorp binnenreden, zagen we drie kerktorens, van uiteraard drie verschillende kerken. Hoe bepaal je dan bij welke kerk je moet zijn? Bij de eerste kerk stonden er veel mensen buiten. We bekeken ze vanuit de auto zo goed mogelijk, maakten een inschatting en het leek ons niet de kerk die we zochten. Bij navraag was dat ook niet het geval.
Bij kerk nummer 2 was het een stuk stiller, de dienst was al aan de gang. Een voorbijganger wist te vertellen dat dit niet de orthodoxe kerk was.
Kerk nummer 3 was maar een klein stukje verder. Daar was het nog stiller dan bij nummer 2. De deur van het hek zat dicht door een steen die er voor lag. Dit was inderdaad de orthodoxe kerk, maar er was geen dienst. De dienst wisselde om de week met een ander dorp, 6 kilometer verderop. Een toevallige passant wist ons dit te vertellen. We bedankten hem vriendelijk.
De weg ging verder, we kwamen in een prachtig heuvelachtig gebied. Er waren bossen op de heuvels te zien, de bomen kleurden prachtig. Het was gemakkelijk voor te stellen dat hier wolven en beren leven. Een stâne, schaapskooi, met een kudde schapen tegen de heuvels geplakt. Blauwe hemel, zonnetje erbij. We waanden ons plots op vakantie. We opperden zelfs nog even om niet naar de kerk te gaan, maar om door te rijden. Gewoon, omdat het zo mooi was.
In het volgende dorp stond één kerk, precies degene die we moesten hebben. De dienst was hier ook al aan de gang, meestal begint die rond half 9. Veel mensen schuiven later naar binnen. De kerk was groter dan in Oarba, ook hier was alles weer beschilderd, in die heldere kleuren. Veel afbeeldingen van heiligen en de voorstelling van het laatste avondmaal. Alleen al daarom is de kerk een bezoek waard.
Cosmin, de jongen waarvoor we kwamen, was inderdaad aan het zingen, samen met een andere jongeman. Ik hou ervan, het is wat eentonig, lijkt heel in de verte wel wat op gregoriaans gezang. De dienst bestaat voornamelijk uit gebeden, ceremoniën en handelingen. Voor mij als zomaar een bezoeker, houdt het vooral in dat ik goed moet opletten wanneer mensen gaan stan en wanneer ze weer gaan zitten. Dat moet ik dan namelijk ook doen. En aangezien ik niets van de liturgie snap, moet ik op de mensen om me heen letten wat zij doen. Ook de collecte moet ik in de gaten houden. Hier werd er zelfs een briefje van 50 Lei op het schaaltje van de collecte gelegd. “Dat heb ik in Oarba nog nooit gezien, zoveel,” fluistert Janneke in mijn oor. Even later ritstelt de diaken met geldbiljetten. In de kerk kun je blijkbaar ook geld wisselen, want even later krijgt iemand geld terug.
Aan het einde van de litugie is er altijd een korte preek. Daarna lopen de mensen naar voren waar de preoot staat. Ze steken hun beide handen naar voren. De preoot, de voorganger, zet met een geurig dingetje een kruisje op beide ruggen van de handen. Daarna nemen de mensen wat stukjes brood uit een mandje en de dienst zit erop. Het is in de tijd van de verkiezingen en met dat de mensen de kerk verlaten, komen anderen juist de kerk binnen om voor de verkiezingen nog wat zieltjes te winnen. En wonderlijke samenloop voor mij, maar anderen kijken er niet van op.
Wij sluiten achteraan in de rij. Als ook wij een kruisje op onze handen hebben vraagt de preoot waar we vandaan komen. “Uit Oarba, we komen Cosmin bezoeken,” zegt Janneke. Cosmin straalt en komt naar ons toe. De preoot is zo blij verrast dat hij plots vraagt of hij met ons op de foto mag. Dat geeft een heel wonderlijk gevoel, ten eerste zijn we ‘maar’ op bezoek en ten tweede zijn wij vaak degene die foto’s maken. Maar hij is erg aardig en wat onwennig sta ik naast hem terwijl Cosmin de foto maakt,
Dan vraagt de preoot of we mee gaan koffie drinken, we twijfelen, kijken elkaar aan en besluiten mee te gaan. Vol verwondering van wat er allemaal gebeurt lopen we even later met hen mee naar het parochiehuis. De preoot is inmiddels omgekleed en ziet er weer als een gewoon mens uit.
Het parochiehuis is prachtig, oud en authentiek. Later horen we dat hij graag meer met dit huis zou willen doen, maar dat het met de gemeente allemaal zo moeizaam gaat. Het is jammer, want er zijn hele mooie dingen voor het huis te bedenken.
Behalve koffie wordt er ook wijn geserveerd, gelukkig heb ik het excuus dat ik rij. Tijdens de koffie wordt er geanimeerd gesproken, de preoot heeft een brede belangstelling en zelf heeft hij mooie ideeen. Maar ook hem zie je tijdens het gesprek op bepaalde momenten moe worden. Als hij verteld hoe moeizaam de vooruitgang gaat, dat ontwikkeling zo lastig is. De gemeente die niets doet, het geld tekort, alle regels.. Hij licht weer op als hij verteld dat hij meer activiteiten voor de kinderen zou willen en vraagt zelfs of wij hem er bij kunnen helpen. We weten niet meteen hoe, maar we onthouden zeker deze bijzondere plek met deze innemende mensen. Onder de indruk rijden we heel rustig weer naar huis, wat een bijzonder bezoek, wat een hartverwarmend avontuur!