Dan sta je opeens bij een granaat.
Dan sta je opeens bij een granaat die naast het pad ligt waar je elke dag loopt. Ik had direct het gevoel dat het iets gevaarlijks was, maar moest er toch even een foto van nemen. De foto meteen gedeeld in het app-groepje met Ad en Janneke, of zij wisten wat het was. De reactie van Ad was heel helder: “Granaat, politie bellen.”
De politie bellen in het Roemeens en vertellen dat je in de heuvels een granaat gevonden had… Het leek me makkelijker om even bij de politie op het bureau langs te gaan. Ook leuk voor Greetje en Dineke die hier op dit moment zijn. Zo vaak kom je tenslotte ook niet op een politiebureau in Roemenie.
Greetje en Dineke hadden hem gisteren al zien liggen en dachten dat het een paaltje was. Wel een wat vreemd paaltje. Dus wij naar de politie in Iernut. Er waren twee agenten aanwezig. “Dat is een groot projectiel!,” zei de agent. Ze gingen bellen en even later vertelden ze dat we met iemand van de brandweer naar de plek zouden gaan. “Wij gaan mee?” vroeg ik verrast. Dat had ik niet verwacht maar leek me erg leuk. Hoewel ik erg mijn twijfels had over hoe we bij de plek moesten komen. Het had gisteren geregend en het was overal blubber op de boerenpaden. Greetje en Dineke moesten helaas halverwege wachten, ik moest bij de brandweerman in zijn mooie Audi A4 instappen. De beide agenten gingen ook mee.
Ik had verwacht dat we na 100 meter al vast zouden zitten, maar dat was niet zo. Als slingerend en slippend zijn we omhoog gekomen. Door de ramen zag ik de kluiten modder omhoog vliegen. De agent naast mij zag ik een paar keer angstvallig naar een handvat grijpen om zich aan vast te houden. De jongere agent die voor in zat riep elke keer: “Spektakel, spektakel!” Ik kreeg er de giechelzenuwen van, hoorde mezelf steeds giechelen maar vond het ook een hele sensatie.
Wonder boven wonder kwamen we helemaal boven in de heuvels aan bij de granaat. De heren waren inderdaad onder de indruk en gingen bellen. Er zou een speciale eenheid van de brandweer komen. Dat kon wel drie uur duren, het was tenslotte zaterdag. De brandweerman kon ons wel wat meer over de granaat vertellen. In de heuvels hadden in de tweede wereldoorlog kazematten gezeten. Deze granaat had op de punt moeten landen en dan uiteen moeten vliegen, dat had hij niet gedaan. De brandweerman draaide de granaat wat bij zodat we hem beter konden zien, onwillekeurig deden wij een stapje naar achteren. “Draai maar weer om,” zei de oudste agent. Wat de brandweerman ook deed. Gewoon met zijn handen, niks geen veiligheidsdingen….
Terwijl ik me afvroeg of ik ook drie uren zou moeten wachten, zei de brandweerman dat ik kon instappen. De agenten zouden bij het projectiel blijven, ik werd weer naar Greetje en Dineke gebracht. Via een mogelijke nog sensationelere rit naar beneden waarbij we een paar keer flink slipten, de snelheid aanzienlijk hoger lag en ook bijna een paar keer van het pad afgleden, kwamen we weer aan bij Greetje en Dineke. Zij gaven de brandweerman nog een pak echte Hollandse stroopwafels mee, waarna hij de heuvel weer op scheurde.
Natuurlijk waren we erg benieuwd, we zijn aan het einde van de middag weer naar de plek toegelopen, er was niets meer te zien. Behalve dan wat sporen van een slippende auto. Geen krater, geen arm, zelfs geen nagel, blijkbaar is het ophalen van het ding goed gegaan.
Nu ik dit weer schrijf voel ik het slippen van de auto weer, zoals het gevoel dat je kunt hebben als je in bed ligt nadat je een dag op het water hebt gezeten. Dan kun je het ook zo voelen deinen in je lichaam.
De granaat is waarschijnlijk tevoorschijn gekomen bij het ploegen. De boer wist ook niet wat hij met het ding aan moest, behalve dat hij hem kwijt wilde en heeft hem toen daar maar neergelegd. Dat is het vermoeden. Hoe dan ook, het was een heel avontuur en het is weer goed afgelopen!