Hij leeft net zoals zijn honden.
De politieagent luisterde aandachtig en reageerde: “Hij leeft net zoals zijn honden?” Dat beaamde Steffie waarna we voor de politie uitreden om zijn huis aan te wijzen.
We zouden puppy’s gaan vaccineren, zo begon het. Maar in de auto vertelde Steffie al dat we er een aantal mee zouden nemen. Ze had ze eerder die week puppy’s en inmiddels ook fosters gevonden. In de middle of nowhere liggen twee kleine dorpjes waar voornamelijk zigeuners wonen. Het zijn de armste mensen hier in de regio. Dat was waar we moesten zijn.
We stopten bij het eerste huis aan de linkerkant. Een vrouw was buiten wat aan het vegen, en toen we achterom liepen kwam er een man naar buiten. Hij had een klein, zwart hoedje op, wat hij nog aan tanden had was afgebroken en bruin. Hij droeg de typerende broek met de gestreken plooi. Een stoppelbaard van een paar dagen en zo te ruiken had hij zich ook al een flink aantal dagen niet gewassen.
Steffie ging bij de tweede deur naar binnen en riep meteen dat er een pup dood was en dat ze er eentje miste. Waar die gebleven was? Och, dat wist hij niet. Met twee puppy’s kwam ze naar buiten en gaf ze aan mij. Ze wilde weer naar binnen te gaan om de anderen te halen, maar plots zei de man dat ze 15 lei (3 euro) per stuk kosten. Ik was perplex en keek wat Steffie ging doen. Ze zei dat ze geen geld had en vroeg waarom hij dat zondag niet meteen gezegd had. We kregen ze niet mee. Of ik geld bij me had. Toen gebeurde er iets in me. Betalen voor deze hondjes, was hij helemaal gek geworden? “We gaan niet betalen, bel de politie!’, zei ik tegen Steffie. “Hij doet iets wat niet mag en als je wilt dat de situatie hier verandert dan moet je nu de politie bellen. Anders beloon je hem en heeft hij over een half jaar weer puppy’s.”
Steffie vertelde de man dat als hij de hondjes niet gaf, we de politie zouden bellen. Hij was in overtreding want in Roemenie is een wet die stelt dat elke rasloze hond gesteriliseerd moet zijn. Bovendien lag er een dood pupje, hadden ze geen drinken, geen eten en geen licht. Het interesseerde de man niet.
De politie werd gebeld en zij zouden een kwartier later bij het station komen om te overleggen.
Ondertussen kregen we, middels een smoes, de pups zonder te betalen mee. Ze waren er vreselijk aan toe. Uitgedroogd en ontstellend mager, bewogen nauwelijks. Nu, een paar dagen later kan ik ze nog in mijn handen voelen, zo had ik puppy’s nog nooit eerder gevoeld. Hun ribbetjes maar ook een soort van stijfheid die ik niet eerder gevoeld heb.
Inderdaad kwam de politie bij het station en hebben we de situatie uitgelegd. We zijn voor ze uitgereden om het huis en de bewoner aan te wijzen, een straatnaam of huisnummer was er niet.
In een ander zigeunerdorpje 2 kilometer verderop hebben we nog een pup gevangen. Een ander heel grappig maar o zo zielig hondje wat op drie pootjes rondrende, hebben we ook nog meegenomen. Hij had zijn pootje gebroken en zijn staartje zag er zo raar uit dat het waarschijnlijk geamputeerd moet worden.
De armoede, de sfeer, de rommel overal, de lamlendigheid en de uitzichtsloosheid van de dorpen, van de mensen, ik kan ze niet beschrijven. Ik heb er geen woorden voor. Als ik er ben kan ik er bijna niet kijken, laat staan dat ik er foto’s maak. Ik vind het zo aangrijpend. Het gaat in me zitten en heeft tijd nodig om het weer los te laten.
De man, ik snap hem wel hoewel ik zijn gedrag absoluut niet goed wil praten. Maar plots zag hij een mogelijkheid om nog een paar centen te verdienen. Als je niks hebt en je ook weet dat je voorlopig niks krijgt en er komen opeens een paar mensen die iets willen hebben wat van jou is, ja dan zou ik ook proberen om er iets uit te halen.
Al met al was het een hele bijzondere ervaring voor waarschijnlijk ons alle drie. Steffie die voor het eerst van haar leven de politie gebeld heeft voor hulp, de man die de politie nota bene voor zijn honden aan de deur krijgt en ik… nouja ik…. ik ben het nog steeds aan het verwerken.