Kippen.
Nog in Nederland had ik al voorpret over het hebben van een hele kudde kippen. Ze zijn zo leuk en bovendien heb je er op allerlei fronten profijt van. Ze lusten nagenoeg alle afval en maken er bovendien lekkere eieren van.
Eenmaal in Roemenië werd de pret wat minder. Het eerste probleem was hoe kom ik aan een kippenhok? In Nederland kijk je op martkplaats of ga je naar een Tuinland ofzo. Hier van dat alles niets, wel een roemeense marktplaats maar dan zonder kippenhok en bouwmarkten hebben we ook, maar ook die zonder kippenhokken. Terwijl echt iedereen hier kippen heeft.
Uiteindelijk, na máánden voor mijn gevoel, hebben Ad en ik er eentje zelf gebouwd. Wat in hield dat Ad bouwde terwijl ik toekeek.
Vakmanschap was het wat Ad maakte, werkelijk een prachtig hok. Nog even een uurtje werk en dan is het klaar werd nog een dag werken. Maar dan hadden we ook wat. Met trekker en wagen van de werkplaats naar mijn terrein gebracht.
Ondertussen was het seizoen zo ver gevorderd dat er geen kippen meer op de roemeense marktplaats stonden, althans niet de Sussex, het ras wat ik graag wilde hebben. Een man hier in de buurt had ze lopen. Samen met Leonieke de stoute schoenen aangetrokken om het hem dan maar te vragen of hij wat kippen voor me had. Hoeveel? Vijftien! Wie niet waagt, wie niet wint. Hij wreef nog eens over zijn stoppelbaard en keek heel bedenkelijk. Tien, die had hij er nog wel. Zaterdag kon ik ze ophalen, om 9 uur ’s ochtends.
Zaterdag om 9 uur was hij er niet, om half 10 ook niet en om 10 uur ook nog steeds niet. ’s Avonds na het eten, ja toen was hij er. Ladderzat, zodat hij bij het pakken van de kippen voorover in het kippenhok tuimelde. Gauw inpakken en wegwezen. Ik heb het niet zo op dronken mensen, maar de kippen had ik!
Toen had ik wel kippen maar geen eieren, het waren puber-kippen zeg maar. Te jong om eieren te leggen en vreten bij de vleet. Dat dan wel. Dus verzin een list. En zo kwam het dat ik bij Mina kwam. Het is een aardige vrouw hier in het dorp en zij had voor de zoveelste keer kuikentjes. Ik masseer haa knieen en rug een beetje omdat ze zoveel pijn heeft. Geld heeft ze nauwelijks. Kippen heeft ze wel en nog heel veel ook. Ik trok mijn stoute schoenen aan en vroeg of ik er een paar kon kopen, oudere die al leggen. Er kwamen lichtjes in haar ogen en ze begon een heel verhaal. De draad raakte ik totaal kwijt. Ik hoorde over hanen en vlees dat ze niet lekker vond. Maar helder was dat ik de volgende ochtend om 8 uur met de auto bij haar zou zijn. Dan had ze “iets” voor me.
Zaterdagochtend 8 uur sta ik voor de poort. We lopen samen naar het kippenhok. Snel naar binnen en vlug de deur dicht. Daar staan we tussen ongeveer 15 kippen en een haan. Het is er donker en stinkt naar kip. Mina grijpt en heeft zo een kip te pakken. “Pak er maar 2 die je hebben wilt,” zegt ze. In het halfdonkere hok ren ik achter de kippen aan, het opwaaiende stof ontneemt me de adem. Het gaat er niet om welke ik hebben wil, maar over welke ik kan pakken! Als ik een kip gevangen heb geef ik hem aan haar, ze bindt een zacht strookje stof om de beide poten. Dan kunnen ze niet weg fladderen. Het worden een zwarte, een bruine en een witte. Eenmaal buiten haal ik diep adem, verse lucht! En kippen, levende ook nog.
Nog diezelfde dag ga ik ergens een mevrouw en haar zoon masseren. Alsof het in de lucht zit vraagt ze of ik een kip wil en tegelijkertijd geeft ze haar zoon al opdracht om er eentje te pakken. Even later rij ik naar huis met een kip in een doos.
Nu heb ik dagelijks 1 of 2 eieren. Vanmiddag was ik weer bij Mina. Ze vertelde dat ze zulke mooie kippen had, van de kuikentjes. Er zijn er twee voor mij. Zaterdag ga ik ze halen. “Ik heb geen geld, maar wel kippen voor de massage.”