Klokkenluiden
In ons kleine dorpje staat een roze kerkje waarvan meneer Negrut de klokken luidt. Al meer dan 40 jaar. Janneke Vos had er voor het Nederlands Dagblad een prachtig artikel over geschreven, over de kerk, de preoot, de voorzanger en de klokkenluider. En meneer Negrut vond het prima dat er foto’s van hem gemaakt werden als hij aan het luiden was.
Op zaterdagavond luidt hij de klokken om de mensen te vertellen dat ze zich moeten voorbereiden op de zondag. Het is niet een vast tijdstip. Dus om half 7 zaterdagavond vertrok ik naar zijn huis om te vragen hoe laat hij dacht te gaan luiden. Enkel zijn vrouw was thuis. “Na 19:00 uur gaat hij luiden,” was haar antwoord. Dat is een heel rekbaar begrip. Hij was nog op het land aan het werk. Ze nam de kans waar om haar verhaal over de kwalen te doen en meteen ook maar wat vragen aan mij te stellen. Waarom mijn broers en zussen niet kwamen. En waarom ik niet meer naar Nederland ging. Na een half uur verliet ik blijmoedig hun erf. Blijmoedig omdat we een gesprek van een half uur hadden kunnen voeren, een half uur begrijpelijk Roemeens! En we waren een half uur dichterbij het klokkenluiden.
Ik besloot bij de kerk te wachten. Ik had mijn ereader bij me, maarja, hoe lang blijf je dan zitten? Ruim een uur later besloot ik dat het mooi was geweest. Ik ging naar huis en zou dan langs het huis van meneer Negrut lopen. Wellicht kwam ik hem tegen. En inderdaad, daar kwam bij rustig aan gewandeld. “Heb je op mij gewacht?”
Hij had een slokje op, ik zag het aan zijn ogen. “Ruik je mij?” vroeg hij, “Ik heb een borreltje op.” Nee hoor, ik rook niets. Via een smal houten trapje gingen we omhoog, hij voorop. Er volgde nog een trapje en nog één. Dunne smalle plankjes, het kraakte een beetje. Door de kieren kon ik naar beneden kijken. De luiken van het torentje werden open gedaan, het avondlicht viel naar binnen.
Hij begint met de “Toace”. Omdat ik er niet mee opgegroeid ben zie ik ( met alle respect, hoor) een stuk ijzer waarop hij begint te tokkelen. De taoce is aan de ene kant bevestigd met een dunne ijzeren haak aan de balken boven ons. Het andere einde, daar is blijkbaar de haak gesneuveld en is een blauw touwtje gebruikt wat eerder eens een strobaal bij elkaar gehouden heeft. Na de taoce gaat hij over op de klokken. Zou hij niet eerst met de toace beginnen, maar direct de klokken beginnen te luiden, dan was dat een alarmsignaal. Dan zou er iets heel ernstigs gebeurt zijn, denk aan een aardbeving of iets dergelijks.
Als hij op zondag en/of feestdag, netjes gekleed en wel, op de toace speelt, dan betekend het voor de mensen dat ze naar de kerk geroepen worden. Het is ook een beetje afhankelijk van de liturgie. Luidt hij daarna de klokken, dan betekent het dat er al mensen in de kerk zijn, maar dat er nog meer bij kunnen, dus kom vooral naar de kerk. Dit is uiteraard een vrije vertaling van mij.
Als er een bewoner uit Oarba is overleden, of iemand die eerder in Oarba gewoond heeft en hier begraven gaat worden, dan luidt hij ook de klokken. Elke dag tot aan de begrafenis. Die dag staat hij op de uitkijk en als hij de lijkwagen in de verte aan ziet komen, begint hij te luiden.