Winterse perikelen
Het is 4:40 als ik wakker word. Ik moet toch echt naar de wc, jammer. Snel eruit, snel er weer in en flink onder de dekens, ik trek mijn dekbed lekker tot over mijn oren. Het is koud en het vriest, ik kan het voelen.
4:50 uur “Nu al?!” denk ik als de wekker gaat, ik was toch weer in slaap gevallen. Brrr, midden in de nacht is het eigenlijk nog. Ik wiebel met het puntje van mijn neus, ja het is echt koud. Mijn hand zoekt mijn mobiel op en ik check of er nog berichten binnengekomen zijn. Ik wiebel eens met mijn hele lijf, zo te voelen zit alles er nog aan en doet het ook nog. Hup, eruit. Haastig kleed ik me aan, veel laagjes, dat was gisteren wel goed bevallen.
Na een groot glas warm water, mijn hoed op en jas aan, begeef ik me naar buiten.
5:05 uurr Ik kijk naar de thermometer die op het randje van de veranda staat. -10,5. Ik heb mijn lenzen nog niet in, straks maar beter kijken want dit klopt vast niet.
Aardedonker is het. Hoewel ik een lantaarnpaal voor mijn huis heb staan, betekend dat niet dat ie het ook doet. De sneeuw knierpt onder mijn laarzen. De honden rennen al vooruit. Het licht van mijn zaklantaarn laat duizenden hele kleine kristalletjes zien, prachtig is het. De kou prikt in mijn neus, mijn ogen trekken er van samen. Handen diep in mijn zakken weggestopt en schouders wat opgetrokken, alles om maar een beetje warm te blijven.
De kippen krijgen alvast eten en ik zet kokend water neer, dat is wel afgekoeld tegen de tijd dat zij van stok komen en dan is het in ieder geval nog niet bevroren. Snel naar binnen. Ik maak een kop koffie voor nu, thee voor straks.
5:45 uut. Alle lichten uit, honden in de kamer. Deur op slot en ik stap de donkerte weer in. Heb enige zorg of mijn auto wel wil starten, het blijkt inderdaad 10 graden te vriezen. De stoel in de auto is veel te koud, het stuur ook. Brrrr. Zo voelt -10 dus. Gelukkig start mijn auto in 1 keer. Ik rij de andere kan het dorp uit. Dat is iets om maar de weg is er schoon. Neem ik de “normale”route dan gaat de weg in een bocht steil omhoog. Er komt daar nauwelijks zon zodat het nu een ijsbaan is en ik wil geen risico lopen, niet zo vroeg.
6:00 uur, ik rij op de verharde weg, het blijkt wat mistig te zijn. Ben erg blij dat ik extra vroeg vertrokken ben. En blij dat er een vrachtwagen voor me rijdt die me netjes de weg wijst. Het is koud in de auto, het duurt lang voordat de motor warm wordt. Telkens op het metertje kijken helpt in zoverre dat je in ieder geval ziet dat het wel warmer wordt. In Iernut brandt heel veel kerstverlichting. Daar word je zo vrolijk van, zeker op zo’n onmogelijk vroeg tijdstip.
6:15 uur, de afslag in Ludus richting Sarmasu. Een slecht verlichte weg met gaten en bochten. En dan ook nog eens mist. Langzaam doorrijden, goed kijken en ik probeer het turen te voorkomen. Het is lastig om de afslag naar te boerderij te zien. Het huis op de hoek heeft kerstverlichting aangebracht, daar wordt het makkelijker van.
6:28 uur. Nu is de auto lekker warm en moet ik er uit. Heel even blijf ik zitten. Dan zucht ik diep en stap uit. De koeien liggen grotendeels nog te slapen, maar er is ook al geloei. Betekend dat onrust ook straks in de melkstal? Ik huiver.
6:40 uur. De melkmachine is klaar, de eerste koeien staan in de melkstal. Ik sluit de eerste 14 melkstellen aan. Daarna maak ik een heel klein stukje schoon in de stal er naast. De kou bijt in mijn vingers. Ik ren snel naar het melklokaal, daar is het lekker warm. Ik sta te trappelen, mijn vingers doen zo’n zeer. Gelukkig is er warm water en dat helpt als ik ze er even in stop. Dan weer terug, het trapje af, de melkput in. De 28 koeielijven geven hun warmte af, het wordt aangenamer. Aan een melkglas vol met melk warm ik nog even mijn handen. Normaal gesproken laat ik koeien zo snel mogelijk weer de melkstal uitlopen omdat de kans dat ze poepen dan kleiner is. Vandaag laat ik ze zo lang mogelijk staan, kunnen ze de boel een beetje verwarmen.
8:20 uur De koe kijkt me aan, ze is net de melkstal ingelopen. Als zij haar kop naar benenden doet, kijken we elkaar recht in de ogen. Ze heeft nummer 1406 en ze is leuk. Ik had haar gisteren gemist. Dus ik roep: “Hé, ben je daar?!” Ik buig me naar haar toe, zij brengt haar kop naar mij toe. Ik krabbel en kriebel, hou heel even mijn wang tegen de hare. Het is zo’n heerlijk beest. Dan zeg ik: “Toe maar.” Ze loopt door en draait om, haar achterste naar mij, ze staat klaar om gemolken te worden
10:00 uur. De laatste koeien zijn gemolken en gaan naar de loopstal. Ongveer 2600 liter hebben ze samen gegeven. Nu begint het schoonmaken. Ik zie er een beetje tegenop, want er is water afgesloten in verband met de vorst waardoor ik een slang niet kan gebruiken. Nu moet ik het met emmers water en de bezem doen. Da”s zwaar. Maar heeft wel een groot positief effect: ik krijg weer warme voeten.
11;45 uur. Ik zucht, hèhè, klaar. De kouwe auto weer in en naar huis.