Zeldzame wilde steppe pioenrozen.

Al een paar keer was ik het tegen gekomen op Facebook, de wilde pioenrozen. Het drong eerst niet zo tot me door totdat ook mijn collega van de boerderij vertelde dat hij er ook geweest was. Bovendien was het een koude winderige zondagmiddag, een goede middag om in de auto te stappen en op zoek te gaan naar het veld.

Je weet van te voren nooit zo goed wat je hier kunt verwachten. dat maakt het ook wel weer erg leuk De weg tot aan Campie de Zau is goed, daarna wordt het een onverharde weg die je het veld in leidt. Inmiddels ben ik hier wel wat gewend, dus ik rij rustig door. Rechts in een weiland zit een man op een krukje zijn koe te melken, zijn hoofd leunt tegen de koe. Verder niets dan groene heuvels en af en toe een tegenligger. Ik zit dus blijkbaar op de goede weg. In de auto’s zitten hele families, het beloofd dus wel wat.

Dan is er plots een parkeerplaats, afgezet met rood-witte linten. Het is al een uur of zes als ik arriveer, de meeste mensen zijn al weg. Toch is er die gemoedelijkheid van hele families die met elkaar en met een picknickmand rondscharrelen. Oma’s en opa’s, kinderen, kleinkinderen, verliefde stelletjes. En natuurlijk een paar kraampjes die wat lekkers verkopen, de ene heeft honing, de andere snoepwaar. Alles is keurig netjes, nergens rommel, ook geen schreeuwende kinderen trouwens.

Het reservaat is zo’n 3,5 hectare groot en wordt beschermd omdat dit de meest noordelijke plek in de Karpaten is waar de wilde pioenrozen nog voor komen. Het is sinds 1932 uitgeroepen tot natuurmonument en de eerste gegevens die bekend zijn over deze steppe pioenrozen in Campie Zau, werden in 1846 in Wenen gepubliceerd.
Het duurt gemiddeld 5 tot 7 jaar voordat een zaadje ontkiemd en zich tot bloeiende plant ontwikkeld.
Het is werkelijk een prachtig gezicht, al die bloeiende pioenrozen, maar ook het paarse ridderspoor, het gele kruisbladwalstro.

De toegang is gratis tot het gebied is gratis, bij de ingang staan vriendelijke mensen een beetje op te letten maar vooral gezellig met elkaar te praten. Via een paadje dat gemaaid is kun je een kleine route lopen. Paaltjes gemaakt van Berkenstammetjes met daaraan een sisaltouwtjes houden de mensen op het pad. Heerlijk dat het zo simpel werkt. Ik geniet van het uitzicht, maar ook van het gekeuvel van de mensen om me heen, de gemoedelijkheid en vriendelijkheid.

Tegen de tijd dat ik mijn rondje gelopen heb, klinken er enthousiaste heldere stemmen van een paar vrouwen die hun enthousiasme en verwondering niet onder stoelen of banken stoppen Ik draai me om en zie een paar nonnen. Het is zowel hun plotselinge verschijning als ook hun enthousiasme dat ze het zo prachtig vinden wat ze zien. Ook de juffrouw bij de ingang is door hen getroffen. Ze kijkt aarzelend rond en ik moedig haar aan om de vrouwen te vragen of ze zich willen laten fotograferen. Zij zijn ondertussen een eindje verder op al met hun mobieltje bezig in een poging om elkaar tussen de bloemen op de foto te zetten. En inderdaad, ze vinden het geen enkel probleem om gefotografeerd te worden.