Zwijn!
De ochtendwandeling was voor mijn doen niet vroeg, 7 uur vertrokken. Tussen de heuvels hangt nog de warmte van de vorige dag en de zon laat de hitte van de komende dag al weer voelen. Opeens een geluid, een soort van ruisen. Links en rechts bosjes, veel kan ik niet zien. Ik stop wel even om te luisteren. Hoor dan enkel wat spreeuwen. Als ik weer door loop hoor ik het…. genkor! ! Wilde zwijnen! En nog verschrikkelijk vlakbij ook.
Als aan de grond genageld blijf ik staan. Waar zitten ze? Je moet nooit tussen moeder en kind komen. Maar wat als je ze niet ziet en je ze enkel hoort? Hoe weet je dan dat je er niet tussen zit? Ze moeten me horen, dat lijkt me de beste oplossing voor eerst. Als ik ga gillen denken ze wellicht dat ik een leuk speeltje ben. En als je indruk wilt maken moet je doen alsof je heel groot bent. Dus produceer ik een zo zwaar en laag mogelijk “Hoewaaahhhg”. Even is het doodstil. Dan een hoop geritsel. Een enorme kudde stuift uit het lager gelegen maïsland, over de omgeploegde akker weg van mij. Ze laten een stofwolk achter. Heel snel daarna volgt vliegt er nog een groep uit de maïs. Jongen rennen er ook tussen. Het zijn er in totaal zeker 30. En dat allemaal op de vlucht voor mijn “Hoewaaahhhg” en het geblaf van Zaja. Dat helpt ook, vast en zeker!