Er zijn van die momenten

Er zijn heel veel van die momenten die ik zou willen vangen, die ik aan jullie wil vertellen. Er gebeurt zo enorm veel, teveel om te delen, soms bijna te veel om zelf nog aan te kunnen.

Die momenten dat je in de melkput staat, je een melkstel onderhangt en de koe naast je begint te poepen. Je staat achter de koeien en met het melkstel half al ondergehangen kun je geen kant op. Met overal al poep komt dan opeens Michel binnen en zegt: “Goeiemorgen, schoonheidje.”….

“Kom maar, speklapje,” zo haal ik, als ik vrolijk gemutst ben en goeie zin heb, de koeien binnen. Die weten toch niet dat ze geen speklapje zijn en het ook niet hebben. Ik knuffel, kijk diep in ogen, masseer en kriebel wat. Prachtig vind ik ze. Maar als er dan een koe voor de zevende keer het melkstel aftrapt, ik er net niet bij kan omdat zij zo naar voren staat en ik niet groter ben, dan denk ik: “Stomme frikandel!!!”

Dat je huis werklijk bijna klaar is, enkel nog het plafond, het aanrecht en de muren verven (dat kan enkel een Roemeen in die mooie Roemeense kleuren en heb ik dus uitbesteed). En dan komt er geen man meer. Opeens zijn ze weg en komen niet terug. Geen idee waar ze zijn en wat ze doen.

Zoveel regen dat de rivier zelfs overstroomt. Indrukwekkend vind ik het, maar schijnt vaker te gebeuren. Enkel niet in mei.


Je verheugt je op je visite, vrienden uit Nederland! En dan regent het, het regent en het regent. Koud is het ook. Buiten is het 8,5 graden, binnen 8. De kachel staat in de container, achterin. De visite zijn bikkels, bouwen zelfs in de regen de konijneheuvel. Dank jullie wel, Harry en Dieuwke. Vandaag is dan het feestje dat de konijnen er in kunnen. Nu is er in ieder geval íets klaar.

Met de regen komen ook de mensen om wijngaardslakken te zoeken (Er komt een man in een busje die ze opkoopt voor de restaurants). Of ze ook in mijn tuin mochten zoeken, Ze waren aardig en mochten het oud ijzer ook meenemen. Zij blij, ik blj.

Van die momenten dat je hoofd wel uit elkaar kan knappen van alle gedachten, al het werk wat daarboven gebuert. Mijn auto moet ingevoerd worden, daarvoor eerst gekeurd. En omdat de dingen hier nogal eens ingewikkeld zijn, gaat er een vriend van Ad en Janneke mee. Hij spreekt Roemeens. En Spaans…. dan maar Roemeens. We hebben veel lol. Maar als hij me dan op de terugweg een paar woorden Hongaars wil leren, nee, dan wil het niet meer.

Dan ligt er opeens een kalfje bij de pinken. Ze ligt op de grond tussen alle viezigheid. Ik ben er niet op voorbereid haar daar aan te treffen. Mede daardoor lijkt het wel een engeltje, zo mooi, zo klein, zo teer. Greetje heet ze.

Het moment dat we ’s avonds nog even bij de dassenburcht (er zijn er 2 in de buurt!) gaan kijken. Zo heel voorzichtig om niets te verstoren. Dat je het zo voorzichtig doet dat je dan opeens oog in oog staat met de das die net zijn hol uit wil komen.

Al dit soort momenten, en nog veel meer…. da’s nu mijn leven in Roemenië.