Hemelpoort

Alle ochtendwandelingen hier in de heuvels zijn prachtig, maar vanochtend heb ik de hemelpoort gezien.

Het was zwaar bewolkt toen ik om half 8 van huis vertrok. Wantrouwend keek ik een paar keer naar de donkere wolken, daar zou wel regen uit gaan vallen tijdens de wandeling. Niet gaan is toch geen optie. Kraag van mijn jas omhoog en gaan!

Terwijl ik op de heuvelrug loop, kijk ik rechts “ons” dal in. Kijk ik naar links dan ligt daar beneden Sfantu Georghe en verder op Iernut. Ik zie een grote grijze waas van boven naar beneden, daar regent het al en het komt mijn kant op. Op dat moment is het nog droog.

Overal zijn hele donkere wolken, voor me en tot heel ver achter mij. Toch is er achter mij een klein strookje zonder wolken, net boven de horizon is het helder. Plots kleurt alles voor mij rood. Verbaasd kijk ik om mij heen, zelfs de honden hebben een rode gloed gekregen. Het eerste zonlicht zorgt voor deze betovering. Ik kijk om en zie inderdaad de zon net opkomen. Opgetogen omdat we zo weinig zon zien deze weken, begroet ik haar. In de wijde omgeving is toch geen mens te bekennen.

Ik zet de pas er weer in, een beetje onheilspellend is het toch ook wel. En dan plots is daar een geweldige regenboog. Het is geen gewone regenboog, hij is heel smal en heel hoog. Bovendien bijzonder helder kwa kleuren. Ademloos sta ik te kijken, kippenvel voel ik van mijn tenen tot naar mijn kruin gaan en weer terug. Ik sta als aan de grond genageld. Het lijkt wel de hemelpoort te zijn, zo mooi, zo helder, zo hoog. Tranen komen op. En een tweede regenboog tekent zich af, deze is vager en enkel vlak boven de horizon.
Ondertussen begint het hard te waaien, eerst merk ik het niet eens. Ik merk wel, dat wat ik zie, dat ik dat in mijn buik en in mijn hart voel. Deze regenboog, deze hemelpoort terwijl ik daar in mijn piere-eentje sta wordt een ervaring. Het is een fenomeen, zoiets als het noorderlicht waarschijnlijk ook moet zijn.

Terwijl de zon achter de wolken kruipt, verdwijnt de regenboog en overvalt me een harde storm met regen. Het is zo heftig dat Sara zelfs in de bosjes weg wil kruipen. Herten zie ik schuilen bij de houtwallen. Het deert me allemaal niet. Want wat ik gezien heb is zo fenomenaal. Zelfs als ik een uur later nat en onder de modder weer thuis kom, kijk ik nog met grote ogen van verbazing de wereld in. Het is nauwelijks te bevatten, nauwelijks in woorden te vangen hoe immens prachtig en indrukwekkend deze regenboog was.