Inburgeren

Inmiddels is het na twee weken nu echt wel tijd om in te burgeren en contact te maken met de dorpsgenoten.
Buurvrouw Viorica woont tegenover mij. Ze is 87 en ’s winters woont ze bij haar dochter in de stad. Deze week is ze weer thuis gekomen. Dat is gezellig. Ze werkt de hele dag in haar tuin, helpt haar zoon met het snoeien en opbinden van de druiven.


De achterbuurman heeft pups. 4 hondjes komen onder het hek door gekropen en gaan op een afstandje naar me staan blaffen. Als de buurman er aan komt, zegt hij dat hij er nog meer heeft en of ik er eentje wil hebben. Nee, nee, dank je wel. In ’s hemelsnaam, wat moet dat worden met al die pups. In ieder geval heb ik er 7 geteld….. Wanneer is hier de sterilisatie-catie ook al weer?!

Buurman Remus zit op zijn stoel naast het huis als ik langs wandel. Hij is zijn huis aan het opknappen, dat was ook wel nodig. Hij verteld dat hij last van zijn been heeft. Zijn rechteronderbeen is geamputeerd. Hij kijkt niet vrolijk, dat zou ik ook niet doen. Aardig lijkt hij wel.

Een plek om mensen te ontmoeten, is de kerk. Zo zat ik op zondagochtend met nog 8 andere mensen in “onze” kerk. Een roze. Van buiten dan. Binnenin zijn prachtige fresco’s. Het plafond is blauw met sterretjes. De preoot (pastor) ziet er vandaag weer prachtig uit met zijn gewaad. Het zijn heel veel rituelen. Omdat ik het allemaal niet weet, kijk ik naar wat anderen doen. Als zij gaan staan, ga ik ook staan, ga zitten als zij zitten. Ik vergis me een keer als mijn buurvrouw gaat zitten omdat ze niet zo lang kan staan. Snel sta ik weer op.
De voorzanger krijgt een hoestbui en loopt rood aan. Ik denk aan een hartaanval, maar het valt mee. Hij begint net iets te snel met zingen waardoor het nogal benauwd en piepend klinkt. Ik moet me concentreren om de slappe lach te voorkomen. Ik kan me zo goed voorstellen hoe hij zich voelt.

Na de kerkdienst waan ik mij opeens in een film. Met 2 oude vrouwen, allebei kreupel vanwege knieproblemen, de één met een tak als stok, de ander echt met een kruk, loop ik op straat. De ene in het bruin, compleet met kopdoekje, de ander in het zwart met ook een kopdoekje. Fantastisch zijn ze! De ene commandeert me mee naar haar huis. 74 is ze, veel pijn van al het werk dat ze gedaan heeft.
Ik moet vreselijk om haar lachen. Ze gaat namelijk steeds harder tegen me praten. Ik begrijp natuurlijk nog niet zoveel Roemeens en om er voor te zorgen dat ze begrepen wordt, gaat ze steeds harder praten, heel dichtbij ook. Verhit raakt ze zelfs enigszins.
Bij haar thuis aangekomen, warmt ze Sarmale op. Dit zijn gevulde koolbladeren. Die heeft ze al op zaterdag gemaakt zodat ze op zondag niet hoeft te koken. Ze is ook maar alleen, haar drie kinderen wonen verder weg. Trots verteld ze dat ze ook al 2 achterkleinkinderen heeft. Na het eten vangen we nog een ontsnapte kip. Via een sluipdoor-kruipdoor paadje kom ik weer bij mij thuis.

Als ik aan het einde van de middag nog even de honden uitlaat, kom ik Mihai tegen. Mihai loopt ’s ochtends en ’s avonds met zijn koeien naar de rivier om ze daar te laten drinken. Hij komt juist terug als ik langs hun huis loop. Hij roept me en samen brengen we de 2 laatste koeien naar de stal. Hij heeft een kalfje verteld hij, die wil hij me laten zien. En inderdaad, in de stal ligt een klein wit kalfje van 2 dagen oud. Vastgebonden aan een touw zodat het niet weg loopt. Mihai is trots, terecht want het is een prachtig kalfje.
Dan zie ik bij het huis zijn pleegmoeder. Een oude, vriendelijke vrouw die helemaal kromgebogen is. Twee zoenen, handen vasthouden en een paar plezierige ogen waar ik in kijk. Hier ga ik op een ander moment ook nog wel eens even buurten. Ik heb er nu al zin in, heerlijk dit gekneuter.

En morgen, morgen gaat om 5.15 uur de wekker. Het is tijd om weer aan het werk te gaan, de koeien wachten. Misschien wacht ik ook wel op de koeien, ik heb er in ieder geval zin in!

Mihai in de winter, toen hij de koeien nog bij de put liet drinken.