Plassertjespap

“Yiek, mama. Hij zegt plassertjespap!, zegt ze terwijl ze een vies gezicht trekt en naar haar oudere broer wijst. Die broer grijnst van oor tot oor. Ik kan met hem meevoelen, meteen. Want ik ben in de stemming van plassertjespap. Niet om te eten maar wel om te maken!

Een aantal weken gingen voorbij, mijn huis stond daar zoals zovele Roemeense huizen, half afgemaakt. Ik wil graag een Roemeens huis, maar toch niet op deze manier. De mannen van de bouw waren weggegaan en niet meer teruggekomen. Eerst denk ik dat ze nog gaan komen, ik blijf hopen. Hopen dat ze toch nog komen.
Naarmate de tijd verstrijkt ga ik het toch steeds minder leuk vinden om op mijn hurken in de douche de afwas te doen. Dan wil ik graag weer eens bij een aanrecht kunnen staan. Of datgene koken waar ik zin in heb zonder me af te hoeven vragen hoeveel gas dat kost en of ik nog zoveel heb.
Dus op een gegeven moment is het zover, ik ga op zoek, want bellen heeft geen effect. Ik vind van 1 van de Roemenen die eerder ook in het huis aan het werk is geweest. Hij wil best het plafond erin zetten en de muren verven. Dat is fijn! Opgetogen ga ik weer naar huis. Totdat hij belt en zegt dat het 800 euro gaat kosten. En dat voor een paar dagen, hooguit een week werk. Daarmee verdiend hij veel en veel meer dan ik met het melken doe. Als hij er zoveel voor wil hebben, dan doe ik het zelf wel! Gelukkig wil Lee me helpen bij het doen van de boodschappen, bij het mengen van de verf in de prachtigste kleuren. En dan ook nog samen verven!

Het plafond, daar begin ik zelf, in mijn eentje mee. Dat is best pittig. Bij ongeveer 30 graden boven je macht planken in het plafond schroeven. Maar het lukt. De plafonds in de keuken en slaapkamer zijn klaar. De rest moet nog.
Dan ben ik moe, heel moe. Het kost eindeloos veel energie en ergernissen naar degene die zijn afspraken rondom de bouw niet na komt. Klaar ben ik er mee. Gelukkig wil Ad ook deze keer weer met me mee. En nog gelukkiger: we vinden de bouwman. Na een goed gesprek beloofd hij de draad weer op te pakken en maandag te komen werken.
Voorzichtig optimistisch ben ik, maar nog steeds in de stemming voor het maken van plassertjespap. Hoe? Dat hoef ik nu nog niet te weten. En morgen hopelijk ook niet.

Ondertussen heb ik tot mijn grote vreugde gisteren mijn waterbed uit de container gehaald en in mijn slaapkamer neergezet. Heerlijk! Na bijna 4 maanden op een veldbed geslapen te hebben. En als ik er dan in lig, dan is het gek. Heel gek. Alsof ik een soort van draaierig ben. Dat ben ik niet echt hoor. Maar er gaan dan dingen door elkaar heen lopen, Nederland en Roemenië, Groningen en Oarba.
ik heb het wel vaker van dat soort momenten. Dan moet ik even schudden met mijn hooofd. Zoals dat ik droom dat ik op het vliegveld in Dortmund sta met degene die op visite komt. En ondertussen dan ook besef dat ik niet hoef te vliegen omdat ik hier al ben.
Leven doe ik hier in Oarba zeker, met heel veel plezier, maar dat ik in Oarba leef, dat is dan weer net iets anders.