Wondere wereld

Het is een wondere wereld. Sinds 2 weken ongeveer is hier de noodtoestand afgekondigd. Eigenlijk was ik dat al weer vergeten, want daar merk je niets van. Zeker hier in Oarba niet, daar gaat alles ogenschijnlijk zijn gangetje. En toch ook weer niet, want mijn gangetje naar de mensen hier maak ik niet meer.
Nadat de noodtoestand werd afgekondigd, kwam er later een militaire verordening dat we thuis moeten blijven. We mogen enkel de weg op voor noodzakelijke boodschappen en voor werk. In mijn auto ligt dan ook een verklaring van mijn werkgeven dat het nodig is dat ik voor hem onderweg ben. En zelfs in grote lijnen de route. Hij heeft de route iets groter gemaakt, ik mag ook in Sanpaul komen. Daar moest ik wel om grinniken want daar zit een pizzeria. Je kunt er niet meer eten, maar wel afhalen. En met deze verklaring zou ik dus lekker pizza’s kunnen gaan halen. Niet dat ik dat doe, maar het is wel weer een mogelijkheid.
Verder controleren ze hier ook vast niet op de kleine binnenwegen, dus zou het sowieso wel kunnen.
We mogen niet met meer dan 3 mensen bij elkaar komen, tenzij je een gezin bent. Bij de winkels mogen een klein aantal mensen naar binnen. de rest wacht buiten.
Met tegenzin moest ik nog iets regelen bij de bank. Die tegenzin werd enkel groter toen iedereen daar met mondkapjes op zat, heel vervreemdend. Ik wilde het liefst zo snel mogelijk weer weg!

Hoewel ik thuis hoor te blijven, trek ik wel met de honden de heuvels in, dat is heerlijk. Daar kom ik tot rust en daar doe ik weer energie en inspiratie op, ook al is het nog flink koud!

Mijn terrein is groot zat, ik kan er gemakkelijk buiten zijn en er zijn genoeg klusjes te doen. Dan lijkt het leven weer normaal totdat er een trekkertje voorbij komt, zo’n hele oude. Met net zo’n oude bestuurder maar met mondkapje voor, dat dan weer wel.

Of zoals maandag, een heerlijke vrije dag was het, de kippen liepen los te scharrelen en de honden waren wat aan het spelen. Komt plots een politie-auto aangereden die omroept dat we voor onze veiligheid thuis moeten blijven. Ik schrik toch op dat soort momenten.

En ik schrik ook als mensen te dichtbij komen, maar ook als ze opeens veel afstand houden. Mijn kaders zijn weg, ik moet een nieuwe manier een nieuwe weg vinden. Dat lukt de ene dag makkelijker dan de andere dag. Ik voel me kwetsbaar, en ben ondertussen heel gelukkig met de plek die ik nu heb. Het huis, de ruimte en de natuur om me heen. En de musjes die in mijn nieuwe zinken dakgoot een nestje gaan maken.

Ondertussen groeit en bloeit het maarts viooltje overal,